Het (crediteuren)akkoord: hoe werkt het?

Het (crediteuren)akkoord: hoe werkt het?

Van één van uw schuldenaren ontvangt u een schrijven waarin aangegeven wordt dat zij gezien de economisch crisis het hoofd niet langer boven water kan houden. Aangegeven wordt dat een faillissement onafwendbaar is, tenzij u genoegen wilt nemen met slechts 20% van uw oorspronkelijke vordering tegen finale kwijting. U staat op een dergelijke moment voor een moeilijke keuze: accepteert u het voorstel met als gevolg dat 80% van de vordering kan worden afgeschreven of wijst u het voorstel van de hand met als reëel risico dat uw schuldeiser daadwerkelijk failliet zal worden verklaard en u (vrijwel) niets van uw vordering zal ontvangen?

Een situatie als voornoemd komt in deze tijd van economische crisis helaas steeds vaker voor. In dit artikel zal – op hoofdlijnen – ingegaan worden op de belangrijkste aspecten van het crediteurenakkoord.

Allereerst dient een onderscheid te worden gemaakt tussen het buitengerechtelijke akkoord en het gerechtelijk akkoord.

Het buitengerechtelijk akkoord
Een situatie als hierboven weergegeven is een typische voorbeeld van een buitengerechtelijk akkoord. Een schuldenaar, die in financiële nood zit, kan besluiten haar schuldeisers een crediteurenakkoord aan te bieden. In vrijwel alle gevallen wordt aan de schuldeisers voorgesteld om een bepaald percentage van de schuld te voldoen tegen finale kwijting. Aangezien de inhoud van een buitenrechtelijke akkoord vormvrij is, zou de schuldenaar bijvoorbeeld ook aan één of meer schuldeisers aandelen in de onderneming kunnen aanbieden in ruil voor kwijtschelding van (een deel van) de vordering.

Zoals reeds uit het inleidende voorbeeld blijkt, is het niet altijd eenvoudig om te beoordelen of het verstandig is om in te stemmen met het voorgestelde akkoord. Om een crediteurenakkoord deugdelijk te kunnen beoordelen is het van groot belang dat er voldoende informatie wordt verstrekt om het aanbod te kunnen beoordelen. Zo is het onder andere van belang te weten wie de schuldeisers zijn, hoe de schulden zijn opgebouwd, hoe de financiële situatie van de schuldenaar nu is en hoe het concrete toekomstperspectief is. Daarbij is het ook verstandig te achterhalen of de schuldenaar het akkoord zelf financiert of dat een derde partij hiervoor een bedrag ter beschikking heeft gesteld.

In de praktijk zijn de preferente schuldeisers (zoals bijvoorbeeld de belastingdienst en het UWV) veelal bereid mee te werken aan het akkoord als dit de schuldenaar kan redden én als zij het dubbele percentage ten opzichte van de overige (concurrente) schuldeisers krijgen. In de loop der jaren zijn er onder andere voor dergelijke gevallen door de belastingdienst richtlijnen vastgesteld in de zogenaamde ‘leidraad invordering’. 

Uitgangspunt is dat een schuldeiser niet gedwongen kan worden akkoord te gaan met een aangeboden akkoord. In de jurisprudentie is echter uitgemaakt dat een weigering van het aanbod onder omstandigheden misbruik van bevoegdheid of handelen in strijd met de redelijkheid en billijkheid kan opleveren, dan wel strijdig kan zijn met hetgeen in het maatschappelijk verkeer volgens ongeschreven recht betamelijk is. Hiervan kan sprake zijn wanneer slechts één relatief kleine schuldeiser niet in stemt met het akkoord, met als gevolg dat het gehele akkoord niet zal slagen en een faillissement alsnog onafwendbaar is. Van een dergelijke uitzonderingssituatie is echter niet snel sprake.

Het gerechtelijk akkoord
Anders dan het hiervoor omschreven buitengerechtelijke akkoord is het zogeheten gerechtelijke akkoord. Een natuurlijk persoon of rechtspersoon kan, wanneer er sprake is van een wettelijke schuldsanering (WSNP), surseance van betaling of faillissement, éénmalig tijdens de WSNP, surseance van betaling of faillissement een akkoord aanbieden aan de schuldeisers. Ook hier geldt weer dat de inhoud van het akkoord vorm-vrij is.

Verschil met het buitengerechtelijke akkoord is dat er bij het gerechtelijke akkoord een zogeheten verificatievergadering zal worden gehouden. Op deze verificatievergadering wordt door de concurrente schuldeisers over het akkoord gestemd. De rechter-commissaris zal doorgaans eerst vaststellen of alle vorderingen kunnen worden erkend. Daarna zal de rechter-commissaris moeten beoordelen of er een gewone meerderheid voor is voor het (ontwerp)akkoord. Bij het berekenen van de meerderheid dient te worden uitgegaan van (a) het totaal ter vergadering aanwezige (concurrente) schuldeisers en (b) dat de voor het akkoord stemmende schuldeisers ook tezamen tenminste de helft van de uitstaande schulden vertegenwoordigen. Is er een gewone meerderheid, dan zal het akkoord worden aangenomen. Vervolgens moet de rechtbank het akkoord formeel bekrachtigen, hetgeen homologatie wordt genoemd. Na homologatie is het akkoord jegens alle schuldeisers verbindend, dus ook jegens die schuldeisers die tegen het akkoord hebben gestemd. Dit is een cruciaal verschil ten opzichte van het buitengerechtelijke akkoord. Slaagt het akkoord niet, dan blijft de WSNP, surseance van betaling of het faillissement voortbestaan.

Bij een gerechtelijk akkoord geldt, net als bij het buitengerechtelijke akkoord, dat de belastingdienst (krachtens de genoemde ‘leidraad invordering’) het dubbele percentage wil krijgen vergeleken met het percentage dat de overige schuldeisers zullen krijgen. Andere preferente schuldeisers gaan vaak akkoord met het voorstel dat aan de belastingdienst wordt gedaan.

Advies
Heeft u te maken met een schuldenaar die u een gerechtelijk of buitengerechtelijk akkoord doet of wenst u zelf deskundige begeleiding bij het aanbieden van een dergelijk akkoord? Neemt u dan contact op met een van de leden van de praktijkgroep Ondernemingsrecht en Insolventierecht.

Voor meer blogs over Ondernemingsrecht en Insolventierecht: klik hier

Deze blog is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van  algemene informatieve aard. De informatie in de blog kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blog dient derhalve niet als juridisch advies te worden beschouwd. Daniels Huisman aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit de blog.

Bericht delen via: