Wetsvoorstel: compensatie voor (transitie)vergoeding langdurig zieke werknemers

Wetsvoorstel: compensatie voor (transitie)vergoeding langdurig zieke werknemers

Door de WWZ is een ondernemer bij ontslag vrijwel altijd de transitievergoeding verschuldigd. Voorwaarde is wel dat het dienstverband minimaal twee jaar heeft bestaan. Deze verplichting bestaat ook als de werknemer langdurig arbeidsongeschikt is geweest en de werkgever twee jaar lang (soms langer) het loon verplicht heeft doorbetaald en (andere) re-integratiekosten heeft moeten maken.

Om deze ‘dubbele’ kosten te voorkomen kondigde minister Asscher al in april 2016 een wetswijziging aan. De oplossing: ondernemers zouden compensatie kunnen vragen van UWV voor (transitie)vergoedingen die zij bij ontslag hebben betaald aan langdurig arbeidsongeschikte werknemers. Onlangs, op 20 maart 2017, is een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer waarin onder meer deze compensatieregeling staat.

Kritiek Raad van State

De Raad van State (RvS) heeft zich kritisch uitgelaten over de voorgestelde compensatieregeling. De RvS hekelt onder andere dat er niet voor is gekozen om de oorzaak voor ‘dubbele’ betaling weg te nemen. De compensatie wordt namelijk gefinancierd uit het algemeen Werkloosheidsfonds en dit betekent een verhoging van de uniforme premie.

Controversieel verklaard

Het is de vraag of dit wetsvoorstel zal worden aangenomen. Dit zal in ieder geval niet op korte termijn gebeuren. Het voorstel is ‘controversieel verklaard’ en zal dus pas in behandeling worden genomen nadat de nieuwe regering is gevormd.

Niettemin geef ik in deze blog kort een uiteenzetting van dit onderdeel van het wetsvoorstel voor het geval je als ondernemer toch besluit de arbeidsovereenkomst met een langdurig arbeidsongeschikte werknemer te beëindigen en je hierbij een vergoeding moet of wilt meegeven. In dat geval verdient het namelijk aanbeveling om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de voorgestelde compensatieregeling.

Ik geef antwoord op de volgende vragen over de voorgestelde compensatieregeling:

Voorwaarden

Het wetsvoorstel noemt twee voorwaarden om voor deze compensatie in aanmerking te komen, te weten:

1)   De transitievergoeding moet zijn verschuldigd;

NB: de transitievergoeding is – wettelijk gezien – niet verschuldigd indien partijen een beëindigingsovereenkomst sluiten. Niettemin is aan deze voorwaarde ook voldaan als een beëindigingsovereenkomst wordt gesloten voor zover de transitievergoeding zou zijn verschuldigd indien de arbeidsovereenkomst via een gedwongen ontslag op initiatief van de werkgever zou zijn beëindigd.

2)   Het beëindigen van de arbeidsovereenkomst houdt verband met de langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer waarbij geldt dat:

a.    De termijn waarin het opzegverbod geldt, is verstreken. Dit is gelijk aan de periode waarin het loon verplicht moet worden doorbetaald (en bedraagt bij vaste contracten in beginsel twee jaar) én;

b.   De werknemer is niet meer in staat om de bedongen arbeid te verrichten.

De regeling heeft niet alleen betrekking op vaste contracten. Ook als de werkgever een tijdelijk contract met een (langdurig) zieke werknemer niet verlengt maar wel een transitievergoeding moet betalen, kan een beroep worden gedaan op deze compensatieregeling.

Hoogte compensatie

De hoogte van de compensatie is gelimiteerd tot de hoogte van:

Het laagste bedrag bepaalt de hoogte van de compensatie.

Inwerkingtreding

De voorgestelde inwerkingtredingsdatum is 1 januari 2019. Niettemin beoogt het voorstel deze compensatie te bieden aan alle werkgevers die na 1 juli 2015 een (transitie)vergoeding hebben betaald.

Voorzorgmaatregelen

Check goed of aan de thans gestelde voorwaarden is voldaan en zet uitdrukkelijk in een eventuele beëindigingsovereenkomst dat aan deze voorwaarden is voldaan.

Stukken bewaren

Bij het verzoek om compensatie dienen allerlei stukken te worden aangeleverd zoals de arbeidsovereenkomst, stukken omtrent ziekte (waaronder beslissingen van UWV) en stukken omtrent het einde van de arbeidsovereenkomst. Deze stukken moeten dus worden bewaard.

Verklaring bedrijfsarts

Indien er geen verklaring/beslissing van UWV is waaruit blijkt dat de werknemer langdurig ziek is (en voor hoe lang) is een verklaring van de bedrijfsarts nodig. Het verdient de voorkeur om de bedrijfsarts schriftelijk te laten verklaren dat de werknemer sinds datum X tot en met datum Y niet in staat is (geweest) de bedongen arbeid te verrichten wegens ziekte.

Conclusie en advies

Het is nog onzeker of het wetsvoorstel (in deze vorm) wordt aangenomen. Zo ja dan kunnen werkgevers met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2019 UWV verzoeken om compensatie vanwege de na 1 juli 2015 aan langdurig zieke werknemers betaalde (transitie)vergoedingen. Kies je hiervoor dan is het dus belangrijk om al rekening te houden met deze voorgestelde compensatieregeling bij het opstellen van beëindigingsovereenkomsten, door alle relevante stukken te bewaren en door in bepaalde gevallen de bedrijfsarts te verzoeken een verklaring op te stellen over de periode waarin de werknemer arbeidsongeschikt is geweest wegens ziekte.

Heeft u naar aanleiding van deze Blog vragen, neem dan contact op met mr. Erik Hollander, lid van de Praktijkgroep Arbeidsrecht.

Deze blog is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in de blog kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blog dient derhalve niet als juridisch advies te worden beschouwd. Daniels Huisman aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit de blog.

Bericht delen via: