Werknemers krijgen via ondernemingsraden meer invloed op hun pensioenregeling, maar in hoeverre?

Werknemers krijgen via ondernemingsraden meer invloed op hun pensioenregeling, maar in hoeverre?

Tot op heden heerst er veel onduidelijkheid over het instemmingsrecht van de OR ten aanzien van een pensioenregeling. Bovendien bevat de huidige regelgeving, de Pensioenwet (Pw) en de Wet op de Ondernemingsraad (WOR), een aantal leemtes. Hierdoor heeft de OR, bijvoorbeeld daar waar het gaat om een wijziging van de arbeidsvoorwaarde pensioen, geen instemmingsrecht. En dat is merkwaardig want werkgevers en werknemers zijn samen verantwoordelijk voor de inhoud van de arbeidsvoorwaarde pensioen. Het is daarom logisch dat de OR ook instemmingsrecht heeft over de wijzigingen daarin.

Inmiddels is een voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de ondernemingsraden en de Pensioenwet geïntroduceerd. Met dit voorstel wordt beoogd om het instemmingsrecht van de OR te verduidelijken.  Wat verandert er? En schept het voorstel meer duidelijkheid over het instemmingsrecht van de OR?

Het huidige instemmingsrecht van de OR
Het pensioenrecht kent een zogenaamde ‘driehoeksverhouding’. Tussen werknemer en werkgever wordt veelal een pensioenovereenkomst gesloten. De pensioenovereenkomst bevat tussen de werknemer en werkgever gemaakte afspraken over de arbeidsvoorwaarde pensioen. Tussen de werkgever en pensioenuitvoerder (bijvoorbeeld een ondernemingspensioenfonds of een verzekeraar) wordt een uitvoeringsovereenkomst gesloten. In deze overeenkomst staan, zoals de term al doet vermoeden, afspraken over de wijze waarop de tussen werkgever en werknemer gesloten pensioenovereenkomst wordt uitgevoerd. De verantwoordelijkheid voor juiste uitvoering van de uitvoeringsovereenkomst ligt bij de pensioenuitvoerder.

Zowel uit de Pensioenwet als de Wet op de Ondernemingsraad blijkt niet duidelijk wanneer de OR dient in te stemmen met afspraken over de arbeidsvoorwaarde pensioen. Zo lijkt het instemmingsrecht alleen te gelden indien de werkgever ervoor kiest om een uitvoeringsovereenkomst te sluiten met een verzekeraar. Is het pensioen inhoudelijk geregeld in een cao of een regeling van arbeidsvoorwaarden vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan, dan komt de OR evenmin een instemmingsrecht toe. Daarnaast is onduidelijk of de OR instemming dient te verlenen in geval een pensioenregeling wordt gewijzigd. De instemmingsbevoegdheden van de OR onder de huidige regelgeving zijn in elk geval beperkt.

Het voorstel tot wijziging van de huidige wetgeving en de verruiming van het instemmingsrecht van de OR
Met het wetsvoorstel wordt beoogd om het instemmingsrecht van de OR, en daarmee de zeggenschap van de werknemers, uit te breiden. Eén van deze uitbreidingen ziet op een door de werkgever voorgenomen besluit  tot vaststelling, wijziging of intrekking van een regeling met betrekking tot een pensioenovereenkomst. Instemming van de OR met een dergelijk besluit is vereist. Dit betekent dat de OR een instemmingsrecht toekomt, ongeacht of de pensioenuitvoerder een pensioenfonds, een verzekeraar of een premiepensioeninstelling betreft. Ook wordt duidelijk dat de instemming niet alleen vereist is bij het aangaan van een pensioenregeling, maar ook bij wijziging of intrekking daarvan. Wordt een pensioenregeling uitgevoerd door een bedrijfstakpensioenfonds, zijn in een cao afspraken vastgelegd over de arbeidsvoorwaarde pensioen of is een regeling van arbeidsvoorwaarden vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan, dan komt de OR geen instemmingsrecht toe.

Onduidelijkheid over het instemmingsrecht van de OR blijft
De OR komt een instemmingsrecht toe daar waar het gaat om tussen werknemers en werkgever gemaakte afspraken over de arbeidsvoorwaarde pensioen, oftewel de afspraken welke werkgever en werknemers in de pensioenovereenkomst hebben vastgelegd. Maar hoe zit het met de afspraken die vervolgens tussen werkgever en pensioenuitvoerder zijn gemaakt over de uitvoering van deze pensioenafspraken? Het wetsvoorstel vermeldt dat de OR een instemmingsrecht toekomt daar waar het gaat over de inhoud van de arbeidsvoorwaarde pensioen. De uitvoering van deze arbeidsvoorwaarde valt daarmee dus niet onder het instemmingsrecht. Vraag is hoe een grens getrokken kan worden tussen de inhoud van de pensioenregeling (en dus regels waarmee de OR dient in te stemmen) en de uitvoering van deze regelgeving. Want hoewel tussen de werkgever en pensioenuitvoerder afspraken zijn gemaakt over de uitvoering van een pensioenregeling, houden deze afspraken rechtstreeks verband met de tussen werkgever en werknemers gemaakte afspraken.

Het wetsvoorstel vermeldt over het instemmingsrecht van de OR met betrekking tot de uitvoering van een pensioenregeling: ‘de OR heeft instemming terzake van bepalingen in de uitvoeringsovereenkomst die “direct van invloed zijn op de pensioenovereenkomst.”’ Van directe invloed is bijvoorbeeld sprake daar waar het gaat om de voorwaarden waaronder toeslagverlening plaatsvindt. Hoewel het de werkgever en pensioenuitvoerder zijn die hierover afspraken hebben gemaakt, zijn deze afspraken van directe invloed op de werknemer en is dus instemming van de OR vereist.

Helaas kan op basis van de voorgestelde wetgeving geen duidelijke grens getrokken worden tussen de inhoud van de pensioenregeling (en dus regels waarmee de OR dient in te stemmen) en de uitvoering van deze regelgeving, laat staan de vraag of een bepaald besluit direct dan wel indirect van invloed is op de arbeidsvoorwaarde van een werknemer. Uit het wetsvoorstel kan worden afgeleid dat het aan de werknemers en werkgever is om te bepalen of bepalingen opgenomen in de uitvoeringsovereenkomst ‘direct dan wel indirect van invloed zijn op de pensioenovereenkomst’. En dat kan vervelend zijn. Want als werkgever en werknemer geen overeenstemming bereiken over de vraag of een bepaald uitvoeringsaspect al dan niet direct of indirect de arbeidsvoorwaarde pensioen raakt, dient de OR een gerechtelijke procedure in te stellen om hierover uitsluitsel te krijgen.  Wordt aan een voorgenomen besluit ten onrechte niet aan de OR voorgelegd, dan is dit besluit nietig.

Conclusie
Op basis van het gepresenteerde wetsvoorstel heeft de OR een instemmingsrecht als een werkgever een pensioenregeling wil wijzigen. Dit instemmingsrecht komt aan de OR toe, ongeacht de vraag of de pensioenuitvoerder een verzekeraar, een pensioenfonds of een premiepensioeninstelling betreft.  Werknemers krijgen via de OR dus meer invloed op hun arbeidsvoorwaarde pensioen.

Helaas blijft op basis van wetsvoorstel onduidelijk in hoeverre de OR ook een instemmingsrecht toekomt daar waar het gaat om de uitvoering van de gemaakte pensioenafspraken. Het wetsvoorstel vermeldt hierover dat de OR een instemmingsrecht toekomt wanneer een werknemer direct wordt geraakt door tussen werkgever en pensioenuitvoerder gemaakte afspraken. Wanneer hiervan sprake is, is overgelaten aan werkgever en werknemers. De reikwijdte van het instemmingsrecht van de OR blijft hierdoor helaas onduidelijk. 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met een van de leden van de praktijkgroep Arbeidsrecht.

Voor meer blogs van de praktijkgroep Arbeidsrecht: klik hier

Deze blog is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van  algemene en informatieve aard. De informatie in de blog kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blog dient derhalve niet als juridisch advies te worden beschouwd. Daniels Huisman aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit de blog.

Bericht delen via: