De vereiste pluraliteit van schuldeisers bij een faillissementsaanvraag, voor de één een vloek en voor de ander een zegen?

De vereiste pluraliteit van schuldeisers bij een faillissementsaanvraag, voor de één een vloek en voor de ander een zegen?

Er is maar één (bekende) schuldeiser, kan het faillissement van de schuldenaar dan wel of niet worden uitgesproken? Hierna wordt uitgelegd hoe het zit. 

Artikel 1 en artikel 6 lid 3 van de Faillissementswet bepalen dat de schuldenaar die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen op eigen verzoek of op verzoek van een schuldeiser in staat van faillissement kan worden verklaard. Daarnaast is volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad de ‘pluraliteit van schuldeisers’ een vereiste voor het uitspreken van het faillissement. De schuldenaar moet meer dan één schuldeiser hebben. Een schuldeiser die het faillissement van zijn schuldenaar aanvraagt, zal dus moeten aantonen dat er naast zijn vordering ten minste één steunvordering is. Die vaste rechtspraak van de Hoge Raad gaat terug tot in de 19e eeuw. Al in 1898 concludeerde de procureur-generaal van de Hoge Raad dat moet worden getoetst aan “het vereischte der aanwezigheid van meer dan één schuldeischer op het oogenblik der aanvrage” (NJ 1929, 670).  

De Hoge Raad

De pluraliteit van schuldeisers is al lange tijd voer voor discussie, maar de Hoge Raad heeft in de loop der jaren telkens de regel herhaald dat personen alleen failliet kunnen worden verklaard als zij minstens twee schuldeisers hebben. Een recent arrest van de Hoge Raad dateert van 24 maart 2017. Hierin lijkt de Hoge Raad de discussie definitief te willen beëindigen. De Hoge Raad ziet geen aanleiding om van zijn vaste rechtspraak terug te komen. Volgens de Hoge Raad vindt de voor een faillietverklaring geldende eis dat summierlijk blijkt van een steunvordering, zijn rechtvaardiging er in dat het faillissement ten doel heeft het vermogen van de schuldenaar te verdelen onder diens gezamenlijke schuldeisers. Met dat doel strookt volgens de Hoge Raad niet de faillietverklaring van een schuldenaar die slechts één schuldeiser heeft. De Hoge Raad wijst er in zijn arrest op, dat dat doel ook in het wetgevingsprogramma Herijking Faillissementsrecht tot uitgangspunt wordt genomen, en dat het pluraliteitsvereiste hierin niet ter discussie wordt gesteld.

Wel of geen pluraliteit?

De aanvragende schuldeiser zal de hobbel van de pluraliteit moeten blijven nemen. Onlangs heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden twee arresten gewezen waarbij het faillissement in hoger beroep is afgewezen omdat er geen sprake was van pluraliteit van schuldeisers.  

Steunvordering voldaan

In het eerste arrest van 18 september 2017 speelde het volgende. Een schuldenaar is op aanvraag van een schuldeiser bij verstek failliet verklaard door de rechtbank Gelderland. De schuldenaar ging in verzet en stelde dat er geen sprake was van pluraliteit van schuldeisers. Er was slechts één steunvordering, namelijk een vordering van de belastingdienst. Een derde had een bedrag beschikbaar gesteld om de steunvordering te kunnen betalen als het faillissement zou worden vernietigd. Het verzet is ongegrond verklaard, omdat er tijdens de behandeling van het verzet nog steeds sprake was van een steunvordering. Er was weliswaar een bedrag beschikbaar om de steunvordering na vernietiging van het faillissementsvonnis te voldoen, maar dat maakte volgens de rechtbank niet dat de steunvordering er niet meer was.  

In hoger beroep had de schuldenaar meer succes. De vordering van de belastingdienst was inmiddels door de derde voldaan. Het gerechtshof oordeelde dat er geen sprake meer was van pluraliteit van schuldeisers en heeft het faillissement afgewezen.  

In het hiervoor genoemde arrest is de schuldenaar in hoger beroep gegaan na de uitspraak van zijn faillissement en na ongegrondverklaring van zijn verzet. 

Steunvordering afgewezen

In het tweede arrest van 9 oktober 2017 is de schuldeiser in hoger beroep gegaan na afwijzing van zijn faillissementsverzoek van de schuldenaar door de rechtbank Overijssel. De rechtbank heeft het faillissementsverzoek afgewezen, omdat niet was gebleken van een steunvordering. In hoger beroep voerde de schuldeiser aan dat er wel sprake was van pluraliteit, (onder andere) omdat de schuldeiser een deel van zijn vordering middels cessie had overgedragen aan een derde.  

Het gerechtshof overwoog dat de splitsing van de vordering van de schuldeiser had plaatsgevonden hangende en met het oog op het faillissementsverzoek en dat aannemelijk is dat deze splitsing ten doel had om een steunvordering te creëren. Volgens het hof is er daarom nog steeds sprake van schuld aan één schuldeiser en draagt de cessie niet bij aan het aannemen van pluraliteit van schuldeisers.  

De schuldeiser voerde in hoger beroep nog twee vorderingen aan. Een van de vorderingen was inmiddels betaald door een derde en kon, net zoals in het hiervoor besproken arrest van 18 september 2017, niet meer als steunvordering dienen. De andere vordering betrof een materieel verschuldigde vordering aan de belastingdienst over inkomsten uit voorgaande jaren, dus een vordering uit hoofde van nog op te leggen belastingaanslagen. Deze vordering heeft de schuldenaar gemotiveerd betwist. Het hof oordeelde dat het enkele feit dat over een bepaald bedrag mogelijk inkomstenbelasting verschuldigd is, onvoldoende is om uit te gaan van een bestaande en onbetaald gelaten vordering van de belastingdienst. Ook deze vordering kon niet als steunvordering dienen. Er was geen sprake van pluraliteit van schuldeisers, het gerechtshof heeft de uitspraak van de rechtbank Overijssel bekrachtigd en daarmee in hoger beroep het faillissement afgewezen.

Conclusie

De pluraliteit van schuldeisers, voor de schuldeiser die het faillissement van zijn schuldenaar wil aanvragen kan het een lastig te nemen hobbel zijn. Voor de schuldenaar kan de pluraliteit, of beter: het ontbreken daarvan, een ontsnappingsmogelijkheid zijn om een faillissementsaanvraag af te wenden.  

Heeft u vragen over het aanvragen van een faillissement of over een aangevraagd faillissement? Neem dan contact op met mr. Martijn Samsen, lid van de praktijkgroep Ondernemingsrecht en Insolventierecht

Deze blog is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in de blog kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blog dient derhalve niet als juridisch advies te worden beschouwd. Daniels Huisman aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit de blog.

Bericht delen via: