Wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen

Wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen

De afgelopen jaren is er veel gewijzigd in de wetgeving aangaande de N.V. en de B.V. De wettelijke bepalingen voor de vereniging en de stichting bleven echter ongewijzigd. Daar komt binnenkort verandering in, want het Wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen ligt er en zal gaan gelden voor verenigingen, stichtingen, onderlinge waarborgmaatschappijen en coöperaties.  Het wetsvoorstel is 28 januari jl. door de Tweede Kamer aangenomen en zal zo spoedig mogelijk als wet worden ingevoerd. In deze blog wordt ingegaan op de aanstaande wijzigingen voor bestuurders en toezichthouders van de vereniging en de stichting. 

Vereniging en stichting
De vereniging is een oude rechtsvorm. Sinds de invoering zijn er eigenlijk geen wijzigingen geweest in de bepalingen dienaangaande. Hetzelfde geldt voor de stichting, welke ‘pas’ in 1956 in het Nederlandse recht werd geïntroduceerd. Beiden zijn geïncorporeerd in het tweede boek van het burgerlijk wetboek.

 Zogezegd bestaat er eigenlijk een achterstand in de modernisering van de wetgeving op het terrein van verenigingen en stichtingen. Het wetsvoorstel voorziet hierin en met name in:

Mogelijkheid one-tierboard
Zodra de wet is ingevoerd, zal ook binnen verenigingen en stichtingen de mogelijkheid bestaan een one-tierboard in te stellen: een bestuurlijk model waarbij het toezicht door de Raad van Commissarissen of Raad van Toezicht (ook wel genoemd: Raad van Advies) komt te vervallen, omdat het toezicht als het ware in het bestuursorgaan wordt opgenomen. Binnen het bestuur wordt wel een onderscheid gemaakt tussen uitvoerende en niet-uitvoerende bestuurders. Doelstelling van een one-tierboard is dat  de niet-uitvoerende bestuurders dichter bij de onderneming komen te staan, meer betrokken zullen zijn en deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming.

Voor de N.V. en de B.V. was al voorzien in deze mogelijkheid, om op die manier te uniformiseren en aan te sluiten bij het Anglo-Amerikaanse systeem, waar one-tierboards  (met executives en non-executives) de standaard zijn.

Uit de praktijk bij de N.V. en B.V. blijkt dat de niet-uitvoerende bestuurders lang niet altijd worden betrokken bij de beraadslaging en besluitvorming. In dat kader is het goed om te realiseren dat eventuele aansprakelijkheid altijd op het gehele bestuur komt te rusten en daarmee op alle (uitvoerende of niet-uitvoerende) bestuurders, ongeacht het onderscheid tussen bestuurders en ongeacht of er daadwerkelijk mee besloten is. Dit kan voor (met name) niet-uitvoerende bestuurders dus (meer) risico’s met zich meebrengen.

Met de invoering van de wet zal ook de term ‘Raad van Toezicht’,  ‘Raad van Advies’ of alle andere aanduidingen met soortgelijke strekking veranderen in Raad van Commissarissen.

Regeling tegenstrijdig belang
Voor de N.V. en de B.V. kennen we sinds 1 januari 2013 een regeling inzake het tegenstrijdig belang. Indien een bestuurder met conflicterend belang tóch een besluit neemt, is dit besluit vernietigbaar. Voor de vereniging en stichting zal een gelijkluidende regeling worden geïntroduceerd, namelijk dat een bestuurder niet deelneemt aan beraadslaging en/of besluitvorming indien hij direct of indirect een persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging/stichting. Voor de stichting heeft te gelden dat als vanwege conflicterend belang geen bestuursbesluit kan worden genomen, het besluit door de toezichthouder wordt genomen, bij gebreke waarvan de bestuurder alsnog besluit (ook al is er een tegenstrijdig belang). Ingeval van de vereniging zal de algemene ledenvergadering besluiten ingeval van tegenstrijdig belang bij de bestuurder. Van deze regeling kan worden afgeweken in de statuten. De verdere details en gevolgen van besluitvorming in dit verband, lenen zich niet voor bespreking in dit blog, vanwege de beperkte omvang.

Aansprakelijkheid
Voor de bestuurders en toezichthouders van de N.V. en B.V. kent de huidige wetgeving een aantal grondslagen voor aansprakelijkheid (bijv. art. 2:9 BW, 6:162 BW, 2:138/2:248 BW). Vanwege de misstanden binnen verenigingen en stichtingen, zal de in te voeren wet hierin ook gaan voorzien met betrekking tot verenigingen en stichtingen.

De formele grondslagen voor aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders van verenigingen en stichtingen worden dus uitgebreid.  

Als het gaat om de N.V. en B.V. kent de huidige wetgeving (art. 2:138/248 lid 2) bovendien een omkering van de bewijslast. Schending van de administratie- en/of publicatieplicht leidt automatisch de conclusie dat er sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur, welk bovendien vermoed wordt de voornaamste faillissementsoorzaak te zijn. Het is dan aan de aangesproken bestuurder om het tegendeel te bewijzen, althans om andere oorzaken voor het faillissement aan te wijzen. De bewijslast verschuift daarmee dus van de curator naar de aangesproken bestuurder.  

Ook hierin zal een parallel worden getrokken. Deze omkering van de bewijslast zal dus ook gaan gelden ingeval van de stichting en (commerciële) vereniging. Voor de niet-commerciële vereniging zal deze omkeringsbepaling niet gaan gelden. In alle gevallen blijft het echter belangrijk voor de bestuurders en toezichthouders om goed op de spreekwoordelijke winkel te passen en de onderliggende verplichtingen stipt na te leven. Een en ander wegens de uitgebreide aansprakelijkheid.

Conclusie
De wetgeving op het gebied van verenigingen en stichtingen zal aanzienlijk wijzigen op zeer korte termijn. Dit kan ingrijpende gevolgen hebben voor bestuurders en/of toezichthouders, met name op het gebied van aansprakelijkheid. Het kan dus zinvol zijn om statuten tijdig te (her)beoordelen en desgewenst aan te (laten) passen.

Heeft u vragen over dit onderwerp? Neemt u dan gerust contact met ons op.

Deze blog is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in de blog kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blog dient derhalve niet als juridisch advies te worden beschouwd. Daniels Huisman aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit de blog.

Bericht delen via: