Verpanding van auteursrecht op software

Verpanding van auteursrecht op software

Is voldaan aan vereiste dat het object van pandrecht in de pandakte voldoende bepaald dan wel bepaalbaar is? Art. 3:84 lid 2 BW en art. 3:98 BW. 
Software wordt beschermd door het auteursrecht. Dit geeft de auteursrechthebbende het exclusieve recht op het gebruik en exploitatie van de software. Op een auteursrecht kan een zekerheidsrecht gevestigd worden ten behoeve van een schuldeiser, bijvoorbeeld een pandrecht. Een pandrecht geeft de schuldeiser (pandhouder) een voorrangsrecht om het verpande goed openbaar te verkopen, mocht de schuldenaar (pandgever) zijn verplichtingen niet nakomen. De pandhouder kan zich dan met voorrang op andere schuldeisers verhalen op de verkoopopbrengst, ook als de pandgever failliet gaat. Dan moet de curator het pandrecht (mits rechtsgeldig) respecteren en tegen zich laten gelden. Maar hoe vestig je een rechtsgeldig pandrecht op software en toekomstige versies daarvan?

Waar gaat het over?
De ING bank heeft een krediet verstrekt aan CompLions. Als zekerheid voor de terugbetaling van het krediet heeft ING bank een pandrecht bedongen. In de pandakte staat onder meer dat het pandrecht wordt gevestigd op “alle huidige en toekomstige bedrijfsactiva”, waaronder wordt verstaan “alle tot het bedrijf van de pandgever behorende goederen”. Valt hier ook het auteursrecht op software onder? ING bank stelt dat het auteursrecht op de software ook een goed is dat tot het vermogen van de pandgever (CompLions) behoort en dus onder het pandrecht valt. De curator, CompLions was intussen gefailleerd, stelt dat de omschrijving te algemeen is en het auteursrecht op de software niet verpand is.

Juridisch kader
De wet stelt eisen aan de verpanding van auteursrechten. Voor de verpanding van auteursrecht is een (notariële of registreerde onderhandse) akte nodig (3:95 BW jo. artikel 2 Auteurswet). Hierbij geldt de eis dat het object (= waarop rust het pandrecht) met “voldoende bepaaldheid is omschreven”. Omdat software voortdurend aan veranderingen onderhevig is (denk aan het moeten doorvoeren van updates) is het van belang dat ook toekomstige auteursrechten onder het pandrecht vallen. Ook daarvoor geldt dat die auteursrechten “voldoende bepaalbaar” moeten zijn (artikel 3:231 lid 2 BW). Aan het akte-vereiste is voldaan, maar is het object voldoende bepaald?

Om te voldoen aan het bepaalbaarheidsvereiste moet duidelijk zijn welke goederen zullen worden verpand. De Hoge Raad heeft hier al de nodige richtsnoeren voor gegeven. Bij de verpanding van een auteursrecht is het in het algemeen voldoende dat de pandakte “zodanige gegevens” bevat dat (eventueel achteraf) aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vordering(en) of goed(eren) het precies gaat (HR 20 september 2002 ECLI:NL:HR:2002:AE7842, Mulder q.q./Rabobank).

Beoordeling rechtbank Amsterdam (vonnis van 27 september 2018)
De rechtbank oordeelt dat ING bank geen rechtsgeldig pandrecht op het auteursrecht heeft verkregen. De rechtbank oordeelt dat de categorie ‘goederen’ de meest algemene aanduiding is die de wet kent, en dat deze zowel zaken als vermogensrechten omvat. Een pandrecht is echter slechts mogelijk op bepaalde categorieën goederen, namelijk roerende zaken en rechten die geen registergoed zijn. Op onroerende zaken en overige registergoederen kan geen pandrecht worden gevestigd behalve een hypotheekrecht. Alleen al hierom voldeed de omschrijving van het pandrecht volgens de rechtbank niet aan de vereiste bepaalbaarheid. Bovendien stelde de rechtbank dat een omschrijving als “alle roerende zaken en vermogensrechten voor zover deze geen registergoederen zijn”, ook niet voldoende bepaald en voldoende bepaalbaar is.

ING en de curator zijn, na het vonnis van de rechtbank, op de voet van art. 398, aanhef en onder 2°, Rv overeengekomen het hoger beroep tegen dat vonnis over te slaan (sprongcassatie).

Beoordeling Hoge Raad (arrest 3 april 2020)
Volgens de Hoge Raad heeft de rechtbank miskend dat de vraag of ten aanzien van het auteursrecht van CompLions op door haar ontwikkelde software is voldaan aan het bepaaldheidsvereiste van art. 3:84 lid 2 BW in verbinding met art. 3:98 BW, moet worden beantwoord door te onderzoeken of de pandakte zodanige gegevens bevat dat, eventueel achteraf, aan de hand daarvan kan worden vastgesteld dat dit auteursrecht tot de verpande goederen behoort. Niet is vereist (anders dan de rechtbank heeft overwogen) dat bestaan en omvang van dit auteursrecht uit de administratie van CompLions kan worden afgeleid, of dat dit auteursrecht op de balans van CompLions is vermeld. Of het auteursrecht van CompLions op door haar ontwikkelde software behoort tot “alle huidige en toekomstige Bedrijfsactiva” van CompLions zoals vermeld in de pandakte, kan ook worden vastgesteld aan de hand van andere objectieve gegevens dan de administratie en de balans van CompLions.

De Hoge Raad heeft het vonnis van 27 september 2018 vernietigd en de procedure terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing. De rechtbank Amsterdam moet opnieuw beoordelen of is voldaan aan het vereiste dat de pandakte ten tijde van de verpanding het te verpanden goed in voldoende mate bepaalt. 

Resumerend
De uitspraak van de rechtbank Amsterdam bracht veel te weeg bij onder meer banken die soortgelijke teksten hanteren in standaard pandaktes. Immers, de uitspraak van 27 september 2018 zou betekenen dat banken tal van zekerheden kwijtraken, omdat die zekerheden niet rechtsgeldig zijn gevestigd. Met de uitspraak van de Hoge Raad is het stof weer neergedaald en is het wachten op het vervolg.

Deze onzekerheid is natuurlijk deels te voorkomen door bijvoorbeeld in de pandakte een voldoende concrete omschrijving op te nemen van het auteursrecht op software. Wees daarbij zo concreet mogelijk. En daar ligt in de praktijk tegelijk een uitdaging, omdat software doorgaans wordt doorontwikkeld. Moet je dan iedere maand een nieuwe pandakte opstellen? Nee, dat is gelet op de rechtspraak van de Hoge Raad niet nodig, maar als je het concreter kunt duiden laat dat vooral niet na.

Daniels Huisman advocaten
praktijkgroep IE, ICT en privacy recht
mr. Laurens Bezoen

Deze blog is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in de blog kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blog dient derhalve niet als juridisch advies te worden beschouwd. Daniels Huisman aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit de blog.

Bericht delen via: