Verkeer en alcohol: de gevolgen worden ernstiger

Verkeer en alcohol: de gevolgen worden ernstiger

Er is een tijd geweest waarin de combinatie alcoholgebruik en verkeersdeelname weinig aandacht kreeg. Specifiek daarop toegesneden wetgeving was er nog niet, de strafrechtelijke consequenties van het rijden onder invloed waren beperkt. In 1974 is in de wegenverkeerswet opgenomen dat het bloedalcoholgehalte van een bestuurder niet meer dan 0,5 promille mocht bedragen. Later, nadat de wetgever had bepaald dat niet alleen bij controle van het bloed van een bestuurder, doch ook bij controle van de adem van een bestuurder kon worden vastgesteld of de wettelijke grens was overschreden, is bepaald dat het ademalcoholgehalte van een bestuurder van een motorrijtuig maximaal 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht (µg/l) mocht belopen. Per 1 januari 2006 heeft de wetgever uitgemaakt dat de grens voor een beginnend bestuurder, dat wil zeggen een bestuurder die niet langer dan vijf jaar over een rijbewijs beschikt, 0,2 promille of 88 µg/l is.

Naast de strafrechtelijke gevolgen die kunnen worden verbonden aan het rijden met een motorrijtuig door een bestuurder die een te hoog bloed- of ademalcoholgehalte heeft, zijn in de loop der tijd ook bestuursrechtelijke maatregelen ingevoerd, die kunnen worden genomen indien de politie heeft geconstateerd dat een bestuurder een te hoog bloed- of ademalcoholgehalte heeft (dus: nog voordat de strafrechter dat heeft vastgesteld). Deze bestuursrechtelijke maatregelen hebben betrekking op het ongestoorde bezit van een rijbewijs. Dat wil zeggen, de instantie die verantwoordelijk is voor de afgifte van een rijbewijs, het CBR, heeft de bevoegdheid de houder van een rijbewijs bepaalde verplichtingen op te leggen waaraan deze dient te voldoen, om het bezit van het rijbewijs veilig te stellen. Wordt niet of, naar het oordeel van het CBR, niet in voldoende mate aan dergelijke verplichtingen voldaan, dan is het CBR gerechtigd het rijbewijs ongeldig te verklaren. 

De maatregelen die tot voor kort konden worden opgelegd waren het volgen van een zogenaamde EMA (Educatieve Maatregel Alcohol, een driedaagse cursus, waarvan de kosten door de rijbewijshouder dienen te worden betaald), het ondergaan van een onderzoek naar de rijvaardigheid dan wel de lichamelijke of geestelijke geschiktheid door een medicus (veelal een psychiater) en ongeldigverklaring van het rijbewijs naar aanleiding van de bevindingen van de medicus die dit onderzoek heeft verricht.

Recent heeft de wetgever twee nieuwe bepalingen in de wegenverkeerswet opgenomen, op grond waarvan een bestuurder van een motorrijtuig, waarbij een te hoog bloed- of ademalcoholgehalte is geconstateerd, strafrechtelijk en bestuursrechtelijk strenger kan worden aangepakt dan voorheen. Deze bepalingen houden in: 

(a) het ongeldig worden van een rijbewijs, indien de houder daarvan door een strafrechter wordt veroordeeld voor (1e) weigering van bloedproef of ademanalyse, (2e) het rijden onder invloed waarbij het bloed- of ademalcoholgehalte 1,3 promille of 570 µg/l of hoger was of (3e) het veroorzaken van een verkeersongeval ten gevolge waarvan een ander is gedood of zwaar lichamelijk letsel oploopt en het bloed- of ademalcoholgehalte 1,3 promille of 570 µg/l of hoger was èn, voor alle drie gevallen, de houder in een periode van vijf jaar daarvoor is veroordeeld voor een alcoholmisdrijf in het verkeer (rijden onder invloed, weigering bloedproef of ademanalyse en het veroorzaken van een ongeval terwijl men onder invloed was van alcohol, ongeacht het promillage of ademalcoholgehalte)

en 

(b) de (bestuursrechtelijke) mogelijkheid van het CBR om een houder van een rijbewijs een zogenaamd alcoholslotprogramma op te leggen, namelijk in het geval (door de politie) bij een bestuurder een bloed- of ademalcoholgehalte is geconstateerd dat gelijk is aan of hoger is dan 1,3 promille of 570 µg/l en niet meer bedraagt dan 1,8 promille of 785 µg/l. 

Indien het CBR de bestuurder een alcoholslotprogramma oplegt, verklaart het CBR het rijbewijs van de bestuurder direct ongeldig. Er kan dan opnieuw een rijbewijs worden aangevraagd, indien aan bepaalde eisen van het CBR is voldaan, dat wil zeggen het aanbrengen van een alcoholslot op of in een motorrijtuig, het betalen van een zeker bedrag terzake van het opleggen van deze maatregel en het opvolgen van een instructie. Het nieuwe rijbewijs dat aansluitend wordt afgegeven bevat een bepaalde codering, waaruit kan worden afgeleid dat de houder van dat rijbewijs is betrokken in een alcoholslotprogramma. 

De duur van dit programma is twee jaar. Indien niet wordt voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit het alcoholslotprogramma, wordt de duur van dit programma verlengd met minimaal zes maanden. Het alcoholslotprogramma houdt onder meer in dat de bestuurder van een motorrijtuig dat is voorzien van een alcoholslot (met uitzondering van een bromfiets), voordat hij daarvan gebruik kan maken, op het alcoholslot een ‘blaaspoging’ dient uit te voeren. Indien bij enige in genoemde periode gehouden blaaspoging blijkt dat het ademalcoholgehalte van de bestuurder hoger is dan 88 µg/l, dan zal het programma in ieder geval worden verlengd met zes maanden.

Het moge duidelijk zijn dat de consequenties van het besturen van een motorrijtuig gecombineerd met het gebruik van alcohol heden ten dage zeer ernstig kunnen zijn. Zeker indien het bezit van een geldig rijbewijs voor bijvoorbeeld de beroepsuitoefening van eminent belang is, zullen deze gevolgen verstrekkend zijn. De overheid (het CBR) heeft bij het opleggen van de hierboven geschetste maatregelen de beschikking over een woud van regels, waarbij niet zelden rigoureus te werk wordt gegaan. Er zijn daarbij termijnen van toepassing, waarbinnen bezwaar tegen aangekondigde maatregelen mogelijk is. Controle daarop wordt dringend aangeraden.

Voor meer informatie over de gevolgen van het gebruik van alcohol in het verkeer, kunt u contact opnemen met de praktijkgroep Strafrecht.

Voor meer blogs van de praktijkgroep Strafrecht: klik hier

Deze blog is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van  algemene informatieve aard. De informatie in de blog kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blog dient derhalve niet als juridisch advies te worden beschouwd. Daniels Huisman aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit de blog.

Bericht delen via: