Kindgebonden budget en kinderalimentatie: Onduidelijkheid blijft

Kindgebonden budget en kinderalimentatie: Onduidelijkheid blijft

Ouders zijn wettelijk verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen. De alimentatieplicht voor het kind geldt tot het kind 18 jaar wordt. Daarna geldt een verlengde onderhoudsplicht voor de kosten van levensonderhoud en studie tot het kind 21 jaar wordt.

Het netto besteedbare inkomen
Bij de bepaling van de hoogte van de kinderalimentatie als de ouders gaan scheiden wordt uitgegaan van de behoefte van de kinderen en de draagkracht van de ouders. De behoefte wordt bepaald aan de hand van het netto besteedbare inkomen (NBI) van de ouders. Meestal wordt gekeken naar het NBI ten tijde van de echtscheiding. Voor de draagkracht wordt gekeken naar het individuele inkomen van de betrokken ouder.

De Expertgroep Alimentatienormen, bestaande uit familierechters, ontwikkelt aanbevelingen voor de vaststelling van de wettelijke maatstaven behoefte en draagkracht. Deze aanbevelingen zijn opgenomen in het Rapport Alimentatienormen. De aanbevelingen zijn geen wet en rechters en partijen kunnen in individuele zaken daarvan afwijken.

Kindgebonden budget en ‘alleenstaande ouderkop’
In veel gevallen kan (ook) door de verzorgende ouder na de echtscheiding aanspraak worden gemaakt op het kindgebonden budget (KGB).

Vanaf 1 januari 2013 beveelt de Expertgroep aan het KGB  in mindering te brengen op het zogenaamde ‘eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen’. Per 1 januari 2015 is bij de Wet Hervorming Kindregelingen (WHK) ook de zogenaamde ‘alleenstaande ouderkop’ ingevoerd,  zijnde een inkomensafhankelijke tegemoetkoming en een aanvulling van maximaal € 3.050,00 per jaar op de het KGB.

Aanbevelingen Expertgroep  
In november 2014 heeft de Expertgroep ten aanzien van dit aldus verhoogde kindgebonden budget de aanbeveling gedaan om de per 1 januari 2013 ingezette lijn te continueren en dus ook de ‘alleenstaande ouderkop’ op het eigen aandeel in mindering te brengen. Dit betekent voor de onderhoudsplichtige  ouder een lagere bijdrage, ondanks de aanwezigheid van een hogere draagkracht.

Deze aanbeveling is in enkele uitspraken van rechtbanken niet gevolgd. Het KGB werd niet (volledig) in mindering gebracht op de behoefte/eigen aandeel. Andere rechtbanken en de gerechtshoven hebben de aanbeveling wel gevolgd. Onduidelijkheid alom!

Onlangs heeft de Expertgroep de aanbeveling echter opnieuw bevestigd. Bij deze bespreking is (opnieuw) onder ogen gezien dat de inwerkintreding van de WHK in sommige gevallen ingrijpende financiële consequenties kan hebben voor de onderhoudsverplichtingen van ouders voor hun kinderen. In het geval waarin, alle omstandigheden in aanmerking genomen, een onaanvaardbare situatie ontstaat, behoudt de rechter de mogelijkheid om een op dat geval toegesneden beslissing te geven.

De Expertgroep zegt oog te hebben voor andersluidende opvattingen die zowel binnen de rechtspraak als daarbuiten leven over de wijze van behandeling van het kindgebonden budget en de alleenstaande ouderkop. Daarom acht de Expertgroep het aangewezen dat de Hoge Raad zich hierover uitlaat.

Een uitspraak van de Hoge Raad zal nog wel even op zich laten wachten, zodat van voorspelbaarheid en rechtszekerheid van de rechtspraak in alimentatiezaken, voorlopig nog geen sprake is.

Voor meer informatie over scheiden en alimentatieverplichtingen kunt u contact opnemen met mr. Willem Kesler, lid van de praktijkgroep Personen- en Familierecht.

Voor meer blogs van de praktijkgroep Personen- en Familierecht: klik hier

Deze blog is met veel aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van  algemene informatieve aard. De informatie in de blog kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blog dient derhalve niet als juridisch advies te worden beschouwd. Daniels Huisman aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit de blog.

Bericht delen via: