De groepsvennootschap in het NOW*

De groepsvennootschap in het NOW*

Het begrip ‘groep’ van artikel 6 lid 4 NOW

Er zijn maar weinig wettelijke regelingen die zich zo kort na hun invoering in zoveel belangstelling mogen verheugen als de NOW-regeling, de tijdelijke overbruggingsmaatregel voor behoud van werkgelegenheid. Het is ook niet voor niets een ‘noodmaatregel’ waar werkgevers op zaten te wachten. In korte tijd is ook al veel over de NOW regeling geschreven. Zie voor de hoofdlijnen: kvk.nl/corona/…

Kort gezegd is het doel van deze regeling de werkgevers die in de huidige buitengewone omstandigheden te maken krijgen met een omzetdaling van ten minste 20%, gedurende een bepaalde periode tegemoet te komen in de betaling van de loonkosten van hun werknemers. Een groot deel van veelgestelde vragen (FAQ) worden hier beantwoord: jongbloed-fiscaaljuristen.nl/actueel/coronavirus…

Omzetdaling
De omzetdaling wordt berekend op de wijze zoals beschreven in de NOW-regeling. De huidige omzet over een te duiden periode van drie maanden wordt vergeleken met de omzet van vorig jaar over diezelfde periode (de referentie-omzet).
Voor de berekening van de omzetdaling moet rekening worden gehouden met de gerealiseerde omzet van de groep van vennootschappen waar de werkgever deel van uitmaakt. Meerdere samenwerkende (Nederlandse) vennootschappen (of buitenlandse vennoot­schappen met loonverplichtingen in Nederland) kunnen onder omstandigheden als een groep worden aangemerkt. Maar ook een moeder- en een dochterverhouding wordt als groep aangeduid. Dat vraagt om een toelichting.

De wetgever heeft willen ondervangen dat de omzet bij de ene vennootschap weliswaar met meer dan 20% daalt, maar de omzet bij een aanverwante vennootschap zodanig kan stijgen dat de vennootschappen gezamenlijk geen terugval van 20% te verwerken hebben gekregen. Ook de kans op misbruik wordt hiermee verkleind. Kort gezegd: de vereiste omzetdaling van 20% geldt voor de omzet van de gehele groep.

Groepen
De NOW-regeling onderscheidt twee soorten groepen. De eerste groep wordt gevormd door de rechtspersonen met deelnemingen waarin (on)middellijk meer dan de helft van het stemrecht op aandelen van de deelnemingen kan worden uitgeoefend, of waarin de moeder (on)middellijk meer dan de helft van het aantal bestuurders of commissarissen kan benoemen of ontslaan. Bij de traditionele holding van een DGA (directeur groot aandeelhouder) met één of meerdere 100% deelnemingen, wordt dus als het ware door de vennootschappen heen gekeken en wordt de omzet in het kader van de NOW-regeling van alle tot deze groep behorende vennootschappen bij elkaar opgeteld om de terugval ten opzichte van de referentie-omzet te kunnen bepalen. De entiteit waarbij de moeder (als vennoot) jegens schuldeisers aansprakelijk is voor de schulden van deze vennootschap, wordt in dit kader ook als een dochtervennootschap aangemerkt. Denk in dit kader aan de vennootschap onder firma waarvoor de vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schulden of een vennootschap waarvoor een zogenoemde ‘403-verklaring’ is afgegeven.

De tweede groep betreft vennootschappen die in een economische eenheid met elkaar zijn verbonden. Daarvoor is de bij de eerste groep genoemde stemverhouding van meer dan 50% niet per definitie vereist. De noodzakelijke organisatorische verbondenheid binnen de tweede groep impliceert een onderlinge integratie tussen de verbonden vennootschappen. In de literatuur wordt als voorbeeld van een dergelijke integratie genoemd, het hebben van een centraal planning- en controlesysteem. Het is niet noodzakelijk dat de groep zich naar buiten als eenheid presenteert, maar er moet wel sprake zijn van een economische eenheid. Dit kan zich uiten in de gezamenlijke (jaar)verslaglegging. Tot slot is het noodzakelijk dat een gezamenlijke strategie wordt gevoerd. Dat betekent dus ook dat een stichting of een coöperatie waarin één of meerdere vennoot­schappen deelnemen, onderdeel kan uitmaken van dezelfde groep.

Het is dus goed mogelijk dat een samenwerkingsverband vanuit aandeelhoudersperspectief niet als geen moeder-dochterverhouding wordt aangemerkt, maar wel kwalificeert als groep in de zin van de NOW-regeling. Maar ook de rechtspersoon die als belegging aandelen in diverse vennootschappen houdt, kan dochter­vennoot­schappen in de zin van de NOW hebben. In dat geval moet dus de gezamenlijke omzetterugval van deze groep worden vergeleken met de referentie-omzet voordat kan worden beoordeeld of een beroep kan worden gedaan op de NOW-regeling.

Verantwoordelijk
Om in aanmerking te komen voor de NOW-regeling is het van belang dat u goed nagaat welke entiteiten u moet rekenen tot uw groep, zodat u de juiste groepsomzet vergelijkt met de referentie-omzet. Hoewel de door u opgegeven informatie vanzelfsprekend wordt gecontroleerd, bent u zelf verantwoordelijk voor de juistheid van de informatie bij de aanvraag. Met deze blog wordt geprobeerd u daar wat handvatten voor te geven.
U bent overigens ook verplicht zelf aan te geven wanneer u niet (langer) voldoet aan de voorwaarden, bijvoorbeeld omdat de omzetterugval zich (gelukkig) toch niet heeft voorgedaan.

Twijfelt u over de vraag welke entiteiten u moet rekenen tot uw groep in de zin van de NOW? Neem dan contact op met onze Praktijkgroep Ondernemingsrecht. Wij geven u graag een advies op maat. 

*Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid.

Mr. Arjen Huisman
Daniels Huisman advocaten
Praktijkgroep Ondernemingsrecht

Dit blog is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in de blog kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blog dient derhalve niet als juridisch advies te worden beschouwd. Daniels Huisman aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit de blog.

Bericht delen via: