Boedelschulden: een onmiddellijke aanspraak?

Boedelschulden: een onmiddellijke aanspraak?

In theorie heeft een boedelschuldeiser een mooie positie: een onmiddellijke aanspraak op de boedel. In de praktijk komt daar niet altijd veel van terecht. Een recente uitspraak van het Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2020:153) is een mooie aanleiding om eens stil te staan bij de positie van de boedelschuldeiser.

Het faillissementsrecht kent naast de gewone faillissementsschuldeiser de boedelschuldeiser. Waar faillissementsschulden hun oorsprong vinden in de periode voorafgaand het faillissement, ontstaan boedelschulden pas daarna. Boedelschulden zijn boedelschuld (i) omdat zij voortvloeien uit een wettelijke bepaling, (ii) omdat de curator ze in zijn hoedanigheid is aangegaan, of (iii) omdat zij een gevolg zijn van het handelen van de curator in strijd met een door hem na te leven verbintenis of verplichting.

Boedelschulden die voortvloeien uit de wet zijn bijvoorbeeld het salaris van de curator, maar ook het loon van werknemers en huurpenningen van na faillissementsdatum. Boedelschulden die zijn aangegaan door de curator zijn bijvoorbeeld kosten van een ingeschakelde taxateur, accountant of schoonmaakbedrijf. Als een curator onrechtmatig handelt, bijvoorbeeld door eigendom van een derde te verkopen, is de daaruit ontstane schuld eveneens boedelschuld. Tussen boedelschulden onderling is sprake van een rangorde. Hoog gerangschikte boedelschulden zijn het salaris van de curator en loon van werknemers na faillissement. Een huurschuld na faillissement is lager gerangschikt.

Onmiddellijke aanspraak
Terwijl faillissementsschuldeisers hun vordering ter verificatie moeten aanmelden bij de curator en daarna moeten wachten op de afwikkeling van het faillissement, hebben boedelschuldeisers een onmiddellijke aanspraak op de boedel. Het Hof Den Haag heeft dit onlangs bevestigd. De  curator moet de boedelschulden dus onmiddellijk uit de boedel voldoen. Maar in de praktijk komt het daar vaak niet van. Als namelijk niet zeker is dat alle boedelschuldeisers kunnen worden voldaan, hoeft de curator nog niet tot betaling over te gaan. Die onzekerheid is vaak de reden dat boedelschulden worden genoteerd en niet onmiddellijk worden voldaan. Maar het zou geen automatisme moeten zijn en een boedelschuldeiser zou kunnen onderzoeken of inderdaad nog niet tot uitbetaling kan worden overgegaan en daarover met de curator in gesprek gaan of zelfs een procedure starten.

Renteboedelvordering
Een ander onderscheid tussen faillissementsschulden en boedelschulden, is de mogelijkheid om rente vergoed te krijgen. De wet bepaalt dat rente op faillissementsschulden gedurende het faillissement niet verhaalbaar is. Ten aanzien van boedelschulden is dit niet uitgesloten. Het Hof Den Haag kwam ook op dit punt­ tot een beslissing.

Een boedelschuldeiser claimde rente over zijn boedelschuld vanwege een hoofdvordering bestaande uit huurpenningen na faillissement. Het Hof Den Haag oordeelde dat moet worden onderzocht of de rentevordering an sich ook een boedelschuld is. De rentevordering over een boedelvordering krijgt dus niet automatisch dezelfde status als de hoofdvordering, hier de huurpenningen na faillissement. De onmiddellijke betaling van boedelhuur is een verplichting die op de curator rust en het niet nakomen van een verplichting door de curator kan een boedelschuld opleveren. Via die weg kan de rentevordering over een boedelschuld een boedelschuld zijn. Kán, want dit geldt alleen als de curator inderdaad in staat was om de boedelschuld ‘onmiddellijk’ uit de boedel te voldoen. In dat geval zou hij in verzuim zijn geraakt en zou de renteboedelschuld zijn ontstaan. Als de curator echter niet in staat was om de boedelschuld te voldoen omdat de boedel daarvoor ontoereikend was, althans daar gerede twijfel over was, raakt hij ook niet in verzuim. En dan is de rentevordering ook geen boedelschuld.

In de zaak van het Hof Den Haag was de boedel niet toereikend om de boedelschuld onmiddellijk aan de verhuurder te voldoen. Er was geen renteboedelschuld ontstaan. Het Hof kwam dus niet toe aan beantwoording van de vraag of bij de renteberekening in een dergelijk geval moet worden uitgegaan van de wettelijke (handels)rente of van de contractuele rente die vaak veel hoger is. Wellicht wordt die vraag in de toekomst nog eens beantwoord in een zaak waar de rente wèl als boedelschuld wordt aangemerkt.

Boedelschuldeisers en curatoren moeten bij iedere boedelschuld nagaan of deze onmiddellijk door de boedel kan worden voldaan. Als de boedelschuld niet onmiddellijk wordt voldaan terwijl dat wel mogelijk was, ontstaat een renteboedelschuld.

Bent u boedelschuldeiser en heeft u vragen over de status van uw vordering en de eventuele rente? Neemt u dan contact op met Freerk Bleker of een van onze andere advocaten van de praktijkgroep Insolventierecht.

mr. Freerk Bleker
Daniels Huisman advocaten
praktijkgroep Insolventierecht

Deze blog is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in de blog kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in de blog dient derhalve niet als juridisch advies te worden beschouwd. Daniels Huisman aanvaardt dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit de blog.

Bericht delen via: